Frêque zat zoals altijd als eerste aan de tafel. Niet per se omdat hij honger had, maar omdat hij zijn familie in de gaten wilde houden. Het was altijd al een beetje argwanend geweest tegenover deze bende aasgieren, en deze lockdown had er echt geen goed aan gedaan. Maar ze hadden hun nut. Of dat gingen ze toch heel snel hebben.
Als eerste kwam zijn vrouw binnen. Errostina was een schoonheid geweest, maar de jaren hadden hun impact gehad. Ze zette zich aan de overkant van de tafel. Zijn dochter, met de mooie naam Âme-Brûlée volgde haar binnen, maar ging toch resoluut naast haar vader zitten.
Dan kwamen de echte fossielen binnen. Als eerste zijn overgrootvader Tronc, geen idee hoe die mens nog leeft, maar daar was hij. Dan kwam zijn tante Nème binnen, gevolgd door zijn twee stiefmoeders Ballieux en Protège. Onkruid vergaat nog steeds niet. Zij ging samen halverwege de tafel zitten.
Dan kwam de verdere familie binnen, Igrec en Posille dacht Frêque dat hun namen waren, maar zeker was hij er niet meer van. Dan nog enkele verre neven, Ombre en Romantique als hij het goed had. Rare namen vergeet men niet snel.
Vervolgens was zijn halfbroer Serpy er. Hij had een langere naam, maar Frêque was die al vergeten. Als laatste kwam zijn aangetrouwde kleindochter Rêverie aan. Jong ding met een zeer mooie naam, en blijkbaar deed ze wel iets voor geld. Maar dat moest allemaal even wachten.
Hij overschouwde de tafel, ze waren er allemaal. Zijn plan kon beginnen. Hij keek rond of iemand iets wou zeggen. Minuten passeerden en de blikken gingen naar beneden. Hadden ze iets door van zijn plan? Sommigen waren iets slimmer dan anderen, maar dit konden ze toch niet weten?
Maar de kok, Salteau, kwam net binnen om de maaltijd te serveren. Een paar minuten te laat, zoals gewoonlijk, maar het zag er wel zeer heerlijk uit. Toch at Frêque er niets van. Hij dronk van de wijn, roerde wat in het eten en sprak met zijn tafelgenoten. De discussies tussen zijn reeds verbitterde familieleden werden bitsiger met de dag, deze lockdown was nergens goed voor. Behalve voor wat moest gebeuren.
Na het eten stond Frêque op en gebaarde de rest hem te volgen. In de kamer ernaast stonden een hoop rugzakken. Deze waren gelabeled met “Kamikaze”, “Turtle”, “Chaos”, “Rambo” “Gerrymander”, “Iscariot” en ten slotte “Wolf”. De rest van de familie stond er naar te kijken en wist niet goed wat ze er van moesten maken. Hij nam opnieuw het woord.
“Sommigen van jullie vragen zich misschien af hoe de familie Lunard aan dit kasteel en bijhorend fortuin is gekomen. Het is een lang verhaal, maar het wordt tijd dat jullie het horen. We moeten terug naar het jaar 1444, waar op 11 november mijn voorvader Remus Lunard een pact met de Duivel sloot.
Remus was de tuinman in dit kasteel. Hij leverde goed werk, maar werd mishandeld door de kasteelheer en zijn aristocratische familie. Hij werd geslagen als de tomaten niet wilden groeien in de winter, als de rozen uitgebloeid waren of als er niet genoeg water in de vijver stond tijdens een hittegolf. De druppel was toen de kasteelheer een vierdaags barockfestival voor 80.000 toeschouwers organiseerde achter het kasteel en Remus moest zien dat de tuin de volgende dag er als nieuw uitzag.
Die dag verscheen de Duivel voor hem. Hij zou alle bewoners van dit kasteel uitmoorden, in ruil daarvoor ging de Duivel hem voorzien van een voorraad goud en jonge Françaises. En zo geschiedde. Hij leefde nog lang een gelukkig.
Maar toen hij stierf, kwam de Duivel terug naar de zoon van Remus, die als erfgenaam heel het kasteel zou erven. Maar de duivel is niet gebonden door menselijke erfrechtwetgeving. Hij ging het goud terug meenemen, aangezien de overeenkomst enkel met Remus was, niet met zijn kinderen.
De zoon van Remus smeekte de Duivel om het goud achter te laten, om ook een deal te maken. De Duivel lachte en zei dat de zoon ook maar half zijn familie moest uitmoorden. De duivel gaf hem een klein flesje en zei dat hij het maar in het eten moest doen.
De zoon aanvaardde het flesje en deed wat hem gezegd werd. Hij verwachtte dat het flesje vergif ging zijn en dat zijn familie een pijnlijke, maar al bij al snelle dood ging sterven. Hij had het mis.
Vanaf dit punt wordt het verhaal wat waziger en er zijn conflicterende kronieken over wat er juist gebeurde. Maar het werd zeer bloederig. De kleinzoon van Remus zou het overleefd hebben, en toen hij gezinshoofd werd, kreeg hij hetzelfde aanbod van de duivel. Blijkbaar was hij ook niet immuun voor de belofte van goud en jonge Françaises.
Helaas moet ik jullie vertellen dat deze eigenschappen erfelijk zijn. Dus toen de Duivel in mijn slaapkamer verscheen, heb ik niet lang moeten nadenken. Iedereen van jullie zal intussen stilaan de krachten van het drankje dat in jullie eten zat beginnen voelen. Het zal zeker niet mooi zijn.
In deze rugzakken zitten zaken die jullie kunnen helpen om het er beter van af te brengen dan jullie voorgangers zaliger. Neem er gerust eentje mee.”
Nacht 1 begint, deadline om jullie instructies door te sturen en jullie rugzak te kiezen vrijdag 22/05 om 22u00. Denk eraan dat er nog geen kill mogelijk is.